TIG lastechniek
De letters TIG zijn een afkorting van het Engelse 'Tungsten Inert Gas' (welding). Tungsten is de Engelse naam voor het metaal wolfraam, dat hier gebruikt wordt als elektrode vanwege het hoge smeltpunt van dit metaal (3422°C). Zowel bij MIG lassen als bij TIG lassen wordt er een vlamboog gecreëerd tussen de toorts en het werkstuk en bij beide methoden wordt er een inert gas gebruikt voor bescherming van de las. Maar het verschil tussen beide methoden is dat bij MIG de lasstroom loopt door het toevoegmateriaal (lasdraad), terwijl bij TIG de lasstroom loopt door de vaste wolfraam elektrode.
De wolfraam elektroden zijn verkrijgbaar in zes samenstellingen, die herkend worden door middel van een kleurcodering aan het bovenste uiteinde (zie tabel hieronder).
Overzicht van kleurcodes en toepassingen | ||||
kleur | code | samenstelling | stroom | geschikt voor |
groen | WP | 99,5% wolfraam | AC | aluminium |
grijs | WC20 | 98% wolfraam, 2% cerium | DC | staal en rvs, goede ontsteking |
goud | WL15 | 98,5% wolfraam, 1,5% lanthanium | DC | staal en rvs, ook voor lager stroombereik |
paars | WXE3 | wolfraam, lantaan, zirkonium, yttrium | AC/DC | aluminium, staal |
turquoise | WS2 | 98% wolfraam, 2% seltene erden | DC | staal |
blauw | WL20 | 98% wolfraam, 2% lanthanium | DC | staal |
Wolfraam elektroden zijn verkrijgbaar in diameters van 1mm tot en met 6,4mm, waarbij geldt dat een dunnere elektrode gebruikt wordt bij een laag stroombereik en naarmate de lasstroom groter wordt, is er ook een dikkere elektrode nodig.
De meeste TIG lasmachines zijn DC (direct current = gelijkstroom). Als er ook aluminium gelast moet worden, moet er met AC (alternating current = wisselstroom) gewerkt worden. Naarmate de materialen van het werkstuk dunner worden, wordt het beheersen van het lasproces lastiger. Voor dunnere materialen is de TIG-Pulse functie nodig.
Voor het ontsteken van de vlamboog zijn er drie manieren:
- In de eerste plaats is er de aanstrijkmethode. Daarbij wordt het werkstuk kort aangeraakt om de vlamboog te ontsteken. Daarna, tijdens het lassen, wordt de elektrode kort boven het werkstuk gehouden.
- De tweede methode is de liftarc methode. Daarbij wordt de elektrode op het werkstuk gehouden, vervolgens wordt de stroom ingeschakeld d.m.v. de knop op de toorts. Daarna wordt de elektrode van het werkstuk gehaald waarbij de vlamboog ontsteekt.
- De derde methode is de hoogfrequent (HF) ontsteking. De toorts wordt vlak boven het werkstuk gehouden en de knop wordt ingedrukt. Een hoogfrequente stroom wordt kort ingeschakeld waardoor de vlamboog ontsteekt. Het voordeel van HF is dat de elektrode het werkstuk niet hoeft te raken. Het nadeel is dat de HF functie storingen kan veroorzaken op gevoelige elektronische apparatuur. De HF methode is meestal alleen beschikbaar op de geavanceerdere machines.